Hydroxychloroquine
Vragen van de leden Baudet (FvD) en Van Haga (Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hydroxychloroquine (ingezonden 26 mei 2020).
1. Welke Nederlandse onderzoeken zijn er gedaan inzake de werking van hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19?
2. Welke Nederlandse onderzoeken inzake de werking van hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19 heeft u laten meewegen bij uw besluit om hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19 niet toe te staan voor behandeling in de eerste lijn?
3. Welke informatie is uitgewisseld met andere landen inzake de werking van hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19?
4. Heeft u, zoals u tijdens uw appreciatie van motie 25 295-373 van de leden Baudet en Van Haga heeft gezegd, voorraden hydroxychloroquine ingeslagen? Zo ja, hoeveel en hoeveel meer dan er al aanwezig was?
5. Hoe waardeert u het feit dat zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de Verenigde Staten de overheden op grote schaal hydroxychloroquine hebben ingeslagen?
6. Kunt u duiden waarom u de motie 25 295-373 afdeed als een «kwakzalvermotie»?
7. Hoe beoordeelt u het laatste rapport van onderzoeksplatform SERMO dat uitwijst dat in meer dan vijftien landen – waaronder Frankrijk, Duitsland, België, de Verenigde Staten, India, et cetera – hydroxychloroquine inmiddels wordt voorgeschreven door artsen om COVID-19-patiënten te behandelen?